Aankomst in Portsmouth
Door: Rene
Blijf op de hoogte en volg René
15 Juli 2013 | Martinique, Martinique
De paar weken voorafgaand aan deze dag ben ik vooral druk geweest met voorbereidingen om zo vroeg al weg te kunnen gaan. Ik moest onder andere nog meerdere inentingen halen, een longfoto laten maken, een medische keuring ondergaan en nog veel boodschappen doen (want ja, je gaat toch vijf maanden weg en dus moet je wel een aantal dingen meenemen, zoals voldoende kleding voor winter- en zomerweer, overalls en werkschoenen en wat je allemaal wel niet in een toilettas stopt). Gisteren in recordtempo de koffer ingepakt en die kwam uit op ongeveer 35 kg. Is dat niet veel te veel dan? Nope, want als zeevarende mag je maar liefst 40 kg meenemen. Dus ik kwam vandaag met een gerust hart aan op Schiphol, gebracht door mijn ouders.
Bij het inchecken tilde ik de toch wel zware koffer op de band en de weegschaal gaf keurig 34,9 kg aan. “Oh, dat is wel te zwaar” zei de vrouw achter de check-in balie, nog voordat ik triomfantelijk kon kijken, omdat ik dacht dat het perfect was. Ik vertelde haar dat ik ging varen en volgens het ticket toch echt 40 kg mocht meenemen. Het bleek dat dit ook wel klopte, maar dat de 40 kg niet in één koffer mocht zitten. Dus ik die koffer weer open gemaakt en wat schoolboeken in mijn handbagage gedaan, zodat ik aan de limiet van 32 kg in één koffer voldeed.
Nadat de rust weer wat was teruggekeerd, liep ik met mijn ouders naar de douane en nam ik afscheid. Vervolgens liep ik naar gate D31 (die dus zo’n beetje helemaal aan de andere kant van Schiphol ligt), haalde ik onderweg nog een broodje en ging ik zitten wachten tot de gate open ging. Tijdens het wachten kwam de andere stagiair met wie ik aan boord zit aangelopen. Zijn naam is Stefan en hij is net als ik niet zo’n grote prater, dus ik denk dat we het nog wel goed gaan vinden met elkaar.
Na een goede vlucht (geen last van de drukverschillen) kwamen we aan in Gatwick in Londen. Hier werden we opgewacht door een Engelse agent die klaar stond met een bordje met daarop: “Beijer, Klipper Stream”. Hij leidde ons naar zijn auto en deed de achterklep open. Terwijl hij de koffer van Stefan in de auto legde, tilde ik alvast mijn eigen koffer op. “It’s pretty heavy” zei ik terwijl ik met aardig wat gestuntel de koffer in de auto probeerde te krijgen. Toen al onze bagage in the auto zat, liep ik naar de passagiersstoel aan de rechterkant van de auto en vroeg ik of Stefan misschien voorin wilde zitten waarop hij antwoordde: “Ja is goed, maar dan wel aan deze kant”. Lichtelijk verbaasd keek ik door het raampje van de auto en zag daar, jawel, het stuur. Terwijl ik met enige schaamte achterin de auto stapte, maakte de chauffeur nog een grapje dat het waarschijnlijk niet verstandig was als ik zou rijden hier.
Na een rit van ongeveer een uur of langer kwamen we aan bij het schip in de haven van Portsmouth. Hier werden we door een Engelse stagiair begroet die zich voorstelde met de naam Jack. Ondertussen had onze chauffeur met aardig wat moeite mijn koffer uit de auto gehaald en zei hij op adem komend: “You were not lying when you said it was heavy”. Inmiddels waren Jack en Stefan al halverwege de gangway en moest ik er nog even snel achterna met de zware koffer. Op het schip nog weer twee trappen op en toen kon ik de koffer eindelijk kwijt in mijn hut. (Stefan en ik hebben ieder een eigen hut).
Dit is ook voor Jack, 17 jaar, zijn eerste zeereis en hij zit nu een maand aan boord hier. We moesten eerst nog even snel een overal en werkschoenen aantrekken en daarna heeft hij ons vlug rondgeleid op het schip en de belangrijkste zaken laten zien en daarna weer naar de hut gebracht. We eten om 18:00 dus hadden we een uurtje de tijd om onze koffer uit te pakken. Ik begon al enthousiast met uitpakken toen ik er achter kwam dat het eigenlijk best een zootje was in mijn hut. Overal lagen allemaal stukjes troep: lege sigarettenpakjes, een paar bierdopjes, twee buitenlandse munten, lege waterflessen, een oud overhemd en noem het allemaal maar op. Ik heb dus eerst maar een hoop dingen weggegooid en netjes gemaakt en toen de laatjes onder mijn bed opgevuld met kleren en het kleine kastje dat ik boven mijn wastafel heb, gevuld met tandpasta, deo, gel etc. (Nee dat werd geen smeerboel, alles zit gewoon nog in de verpakking).
Na het uitpakken kwam Stefan langs en toen zijn we samen naar beneden gegaan om te eten in de officer’s messroom. Hier hebben we de kok ontmoet en later kwam ook de kapitein binnen. Hij is verder de enige Nederlander aan boord. Tijdens het eten, wat trouwens ontzettend lekker was, werd er een beetje gepraat over de route van het schip en probeerde ik er ook achter te komen wat wij als stagiaires nou moeten doen, want zelf begon de kapitein daar niet over. Het antwoord op die vraag is mij eigenlijk nog steeds niet echt duidelijk, maar ik zal voor nu zoveel mogelijk proberen te vertellen.
Ik begin te werken op het dek en op de brug (nautische deel) en Stefan begint in de machinekamer (technische deel). Na één reis (of één rondje) wordt dit omgewisseld, dus we zijn zo’n 3 á 4 weken bezig met nautisch of technisch werk. En dat is alles wat ik weet.
Jack heeft ons nog wat beddengoed gebracht en ik heb met hem afgesproken dat ik morgen met hem werk. (Hij doet namelijk niet de Marof opleiding die ik doe, maar hij studeert echt alleen voor het nautische deel.) Terwijl ik bezig was met het bed op te maken, vond ik onder het matras nog een buitenlandse munt (en nog wat verdwaalde bierdoppen), ik word nog eens rijk hier.
Mijn bureau, waar ik dit verslag op aan het typen ben, heeft ook nog twee laatjes. En in het rechterlaatje vind ik net 5 dollar afkomstig van Barbedos. Morgen maar eens wat andere laatjes inspecteren, wie weet wat voor schatten er nog meer verstopt zijn hier.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley